NIEUWE VARIANT RHD VIRUS BIJ KONIJNEN
De laatste tijd zijn er vanuit diverse delen van het land meldingen binnengekomen over acute sterfte onder konijnen. Op grond van het ziektebeeld en de gegevens die daarover beschikbaar kwamen, ontstond al snel het vermoeden dat het hier ging om een uitbraak van VHD (Viral Hemorrhagic Disease), ook wel Rabit Hemorrhagic Disease (RHD) genoemd. Uit verder onderzoek is gebleken dat er sprake is van een nieuwe variant van het virus, namelijk het RHD2 virus. De konijnen die tot nu toe werden beschermd tegen de klassieke vorm, nl RHD1 virus, maar NIET tegen RHD2 virus.
VIRUS
VHD is een ziekte die wordt veroorzaakt door een virus: het RHD virus. Dit virus, dat zeer besmettelijk is, verspreidt zich door direct contact tussen konijnen en ook indirect via urine, uitwerpselen, water, voedsel, kleding, handen en hokken. Stekende insecten kunnen ook een rol spelen in de verspreiding. Het virus kan tot ernstige ziekte en sterfte leiden bij konijnen (zie symptomen), maar is niet gevaarlijk voor mensen of andere gezelschapsdieren zoals honden, katten, cavia’s en andere knaagdieren.
Van het RHD virus zijn twee varianten bekend: het RHD1 en het RHD2 virus. Het is belangrijk te weten welke virusvariant verantwoordelijk is voor een uitbraak/sterfgeval:
De vaccins die op dit moment in België geregistreerd zijn, bieden geen bescherming tegen RHD2 (wél tegen RHD1). De tijd die verstrijkt tussen het tijdstip van besmetting en het overlijden van het konijn is een bij een RHD2 infectie langer (gemiddeld 3-5 dagen) dan bij RHD1 het geval is. Het virus krijgt daardoor meer tijd om zicht te verspreiden.
SYMPTOMEN
Een konijn dat geïnfecteerd is met de klassieke variant van het virus zal veelal binnen 24-48 uur sterven. Bij RHD2 bedraagt deze termijn gemiddeld 3-5 dagen. In beide gevallen zien we soms (acute) benauwdheid, koorts, bloedingen en zenuwverschijnselen vlak voordat het konijn overlijdt. Daarnaast kan bij RHD2 een meer chronisch ziektebeeld gezien worden waarbij het konijn gedurende langere periode algemeen ziek kan zijn. Vaak is er echter niets te zien aan konijnen met deze ziekte totdat ze acuut ziek worden en vrijwel meteen daarna sterven.
VERSPREIDING IN EUROPA
In 2010 is de nieuwe virusvariant RHD2 voor het eerst vastgesteld in Frankrijk. Daarna heeft het zich langzaam over Europa verspreid. Behalve in Frankrijk komt RHD2 in elk geval ook voor in Nederland, Duitsland, Italië, Spanje, Portugal, Malta, Noorwegen, Zweden, Tunesië en het Verenigd Koninkrijk. Aan dat rijtje moet België nu dus toegevoegd worden.
Naast konijnen kunnen ook hazen RHD2 oplopen.
BEHANDELING EN VACCINATIE
Er is op dit moment geen behandeling voorhanden voor konijnen die ziek zijn als gevolg van een infectie met het RHD virus. Om te voorkomen dat een konijn ziek wordt van een besmetting met het RHD virus, wordt geadviseerd om jaarlijks te vaccineren met een vaccin als bijvoorbeeld het Nobivac® Myxo-RHD-vaccin. Dit vaccin geeft een goede bescherming tegen myxomatose en de klassieke variant van het RHD-virus (RHD1). Het biedt echter géén bescherming tegen RHD2. In België was tot voor kort nog geen vaccin tegen RHD2 beschikbaar, in tegenstelling tot sommige andere EU-landen. Via cascade zullen er vanuit Nederland en Frankrijk wel vaccins toebedeeld worden aan België. Wij verwachten tegen week 25 / 26 de vaccins voorradig te hebben. Van zodra de vaccins in stock zijn, wordt u hiervan per mail verwittigd.
De nieuwe vaccins beschermen in de meeste gevallen alleen tegen het RHD2 virus. Om te beschermen tegen myxomatose en het RHD1 virus dienen konijnen daarom ook de reguliere inenting te ontvangen. Mocht uw konijn ook deze inenting nodig hebben, overleg dan met uw dierenarts welk schema het beste aangehouden kan worden om beide vaccinaties te geven.
VERSPREIDING BEPERKEN
Hoewel het vaccin dat bescherming biedt tegen RHD2 inmiddels beschikbaar is, blijft het belangrijk om maatregelen te nemen om besmetting en verspreiding van de ziekte zoveel mogelijk te voorkomen.
ADVIES
Voor particuliere eigenaren van konijnen die nog niet zijn gevaccineerd:
Ruimtes waar mogelijke besmette konijnen zijn geweest dienen grondig gereinigd te worden met water en zeep en daarna gedesinfecteerd te worden. Voorbeelden van bruikbare desinfectiemiddelen zijn onder andere natriumhypochloriet (javel)..
Voer geen (vers) gras of groente van buiten (moestuin) aan uw konijn. Kijk ook uit met het voeren van hooi of kuilvoer waarvan u vermoedt dat wilde konijnen er bij kunnen zijn gekomen.
Voorkom direct contact van uw konijn met konijnen uit het wild. Als er wilde konijnen in de buurt van uw huis voorkomen kunt u overwegen om uw konijn (tijdelijk) binnen te huisvesten. Neem ook geen zieke konijnen uit het wild mee naar huis.
Goede (hand)hygiëne is belangrijk om verspreiding van het virus te beperken; was uw handen extra goed met water en zeep vóór en na het voeren en verzorgen van uw konijn.
Pas op met besmette konijnenveldjes (besmet met urine van wilde konijnen). Via uw schoeisel kan het virus verspreid worden. Houdt u uw konijnen binnen? Wissel van schoeisel bij het naar binnen gaan. Houdt u uw konijnen buiten, bijvoorbeeld in een ren in de tuin? Dan kunt u daar het beste andere schoenen dragen dan dat u op straat draagt. Laat uw konijnen in ieder geval niet in contact komen met schoeisel waarmee u over mogelijk besmet terrein heeft gelopen.
Aangezien stekende insecten ook een rol kunnen spelen in de verspreiding, kan een goede insectenbestrijding ook bijdragen aan vermindering van het risico.
Laat bij acute sterfte onder uw konijnen een pathologisch onderzoek uitvoeren. Uw dierenarts kan u hierbij adviseren.
Indien u acute sterfte heeft onder uw konijnen waarbij het vermoeden bestaat dat dit door VHD wordt veroorzaakt, kan een zogenaamde noodvaccinatie overwogen worden. Uw dierenarts kan u hier verder over informeren.
Speciaal voor konijnenopvangadressen, kinderboerderijen etc.: het is aan te raden het verkeer van konijnen te minimaliseren, tenzij er een goede quarantaine-voorziening aanwezig is. Ieder nieuw konijn kan immers een risico inhouden. Zie verder hieronder.
VOOR OPVANGORGANISATIES VAN KONIJNEN:
Indien uw opvang een quarantaineafdeling heeft die gescheiden is van de adoptieafdelingen, dan kunt u nieuwe konijnen blijven opvangen. Let op het volgende:
Isoleer elk nieuw konijn dat binnen komt en zorg ervoor dat dieren geen direct contact met elkaar kunnen hebben via tralies e.d.
Wanneer u konijnen vaccineert tegen RHD1/RHD2: houdt het konijn vanaf binnenkomst geheel gescheiden tot zeven dagen na de enting, waarbij deze nieuwe dieren dagelijks goed in de gaten gehouden moeten worden: bij vermoeden van ziekte (vooral ademhalingsproblemen) moet u een dierenarts meteen om hulp vragen. Wanneer u geen vaccinatie toepast wordt geadviseerd de konijnen ten minste veertien dagen gescheiden te houden van andere dieren.
Als het voor uw opvang niet mogelijk is om nieuwe dieren van de opvangdieren te isoleren gedurende de geadviseerde termijn, neem dan geen nieuwe dieren aan, maar verwijs naar een opvang met een goede quarantaineafdeling. Stel uw gemeente daarvan op de hoogte!
De laatste tijd zijn er vanuit diverse delen van het land meldingen binnengekomen over acute sterfte onder konijnen. Op grond van het ziektebeeld en de gegevens die daarover beschikbaar kwamen, ontstond al snel het vermoeden dat het hier ging om een uitbraak van VHD (Viral Hemorrhagic Disease), ook wel Rabit Hemorrhagic Disease (RHD) genoemd. Uit verder onderzoek is gebleken dat er sprake is van een nieuwe variant van het virus, namelijk het RHD2 virus. De konijnen die tot nu toe werden beschermd tegen de klassieke vorm, nl RHD1 virus, maar NIET tegen RHD2 virus.
VIRUS
VHD is een ziekte die wordt veroorzaakt door een virus: het RHD virus. Dit virus, dat zeer besmettelijk is, verspreidt zich door direct contact tussen konijnen en ook indirect via urine, uitwerpselen, water, voedsel, kleding, handen en hokken. Stekende insecten kunnen ook een rol spelen in de verspreiding. Het virus kan tot ernstige ziekte en sterfte leiden bij konijnen (zie symptomen), maar is niet gevaarlijk voor mensen of andere gezelschapsdieren zoals honden, katten, cavia’s en andere knaagdieren.
Van het RHD virus zijn twee varianten bekend: het RHD1 en het RHD2 virus. Het is belangrijk te weten welke virusvariant verantwoordelijk is voor een uitbraak/sterfgeval:
De vaccins die op dit moment in België geregistreerd zijn, bieden geen bescherming tegen RHD2 (wél tegen RHD1). De tijd die verstrijkt tussen het tijdstip van besmetting en het overlijden van het konijn is een bij een RHD2 infectie langer (gemiddeld 3-5 dagen) dan bij RHD1 het geval is. Het virus krijgt daardoor meer tijd om zicht te verspreiden.
SYMPTOMEN
Een konijn dat geïnfecteerd is met de klassieke variant van het virus zal veelal binnen 24-48 uur sterven. Bij RHD2 bedraagt deze termijn gemiddeld 3-5 dagen. In beide gevallen zien we soms (acute) benauwdheid, koorts, bloedingen en zenuwverschijnselen vlak voordat het konijn overlijdt. Daarnaast kan bij RHD2 een meer chronisch ziektebeeld gezien worden waarbij het konijn gedurende langere periode algemeen ziek kan zijn. Vaak is er echter niets te zien aan konijnen met deze ziekte totdat ze acuut ziek worden en vrijwel meteen daarna sterven.
VERSPREIDING IN EUROPA
In 2010 is de nieuwe virusvariant RHD2 voor het eerst vastgesteld in Frankrijk. Daarna heeft het zich langzaam over Europa verspreid. Behalve in Frankrijk komt RHD2 in elk geval ook voor in Nederland, Duitsland, Italië, Spanje, Portugal, Malta, Noorwegen, Zweden, Tunesië en het Verenigd Koninkrijk. Aan dat rijtje moet België nu dus toegevoegd worden.
Naast konijnen kunnen ook hazen RHD2 oplopen.
BEHANDELING EN VACCINATIE
Er is op dit moment geen behandeling voorhanden voor konijnen die ziek zijn als gevolg van een infectie met het RHD virus. Om te voorkomen dat een konijn ziek wordt van een besmetting met het RHD virus, wordt geadviseerd om jaarlijks te vaccineren met een vaccin als bijvoorbeeld het Nobivac® Myxo-RHD-vaccin. Dit vaccin geeft een goede bescherming tegen myxomatose en de klassieke variant van het RHD-virus (RHD1). Het biedt echter géén bescherming tegen RHD2. In België was tot voor kort nog geen vaccin tegen RHD2 beschikbaar, in tegenstelling tot sommige andere EU-landen. Via cascade zullen er vanuit Nederland en Frankrijk wel vaccins toebedeeld worden aan België. Wij verwachten tegen week 25 / 26 de vaccins voorradig te hebben. Van zodra de vaccins in stock zijn, wordt u hiervan per mail verwittigd.
De nieuwe vaccins beschermen in de meeste gevallen alleen tegen het RHD2 virus. Om te beschermen tegen myxomatose en het RHD1 virus dienen konijnen daarom ook de reguliere inenting te ontvangen. Mocht uw konijn ook deze inenting nodig hebben, overleg dan met uw dierenarts welk schema het beste aangehouden kan worden om beide vaccinaties te geven.
VERSPREIDING BEPERKEN
Hoewel het vaccin dat bescherming biedt tegen RHD2 inmiddels beschikbaar is, blijft het belangrijk om maatregelen te nemen om besmetting en verspreiding van de ziekte zoveel mogelijk te voorkomen.
ADVIES
Voor particuliere eigenaren van konijnen die nog niet zijn gevaccineerd:
Ruimtes waar mogelijke besmette konijnen zijn geweest dienen grondig gereinigd te worden met water en zeep en daarna gedesinfecteerd te worden. Voorbeelden van bruikbare desinfectiemiddelen zijn onder andere natriumhypochloriet (javel)..
Voer geen (vers) gras of groente van buiten (moestuin) aan uw konijn. Kijk ook uit met het voeren van hooi of kuilvoer waarvan u vermoedt dat wilde konijnen er bij kunnen zijn gekomen.
Voorkom direct contact van uw konijn met konijnen uit het wild. Als er wilde konijnen in de buurt van uw huis voorkomen kunt u overwegen om uw konijn (tijdelijk) binnen te huisvesten. Neem ook geen zieke konijnen uit het wild mee naar huis.
Goede (hand)hygiëne is belangrijk om verspreiding van het virus te beperken; was uw handen extra goed met water en zeep vóór en na het voeren en verzorgen van uw konijn.
Pas op met besmette konijnenveldjes (besmet met urine van wilde konijnen). Via uw schoeisel kan het virus verspreid worden. Houdt u uw konijnen binnen? Wissel van schoeisel bij het naar binnen gaan. Houdt u uw konijnen buiten, bijvoorbeeld in een ren in de tuin? Dan kunt u daar het beste andere schoenen dragen dan dat u op straat draagt. Laat uw konijnen in ieder geval niet in contact komen met schoeisel waarmee u over mogelijk besmet terrein heeft gelopen.
Aangezien stekende insecten ook een rol kunnen spelen in de verspreiding, kan een goede insectenbestrijding ook bijdragen aan vermindering van het risico.
Laat bij acute sterfte onder uw konijnen een pathologisch onderzoek uitvoeren. Uw dierenarts kan u hierbij adviseren.
Indien u acute sterfte heeft onder uw konijnen waarbij het vermoeden bestaat dat dit door VHD wordt veroorzaakt, kan een zogenaamde noodvaccinatie overwogen worden. Uw dierenarts kan u hier verder over informeren.
Speciaal voor konijnenopvangadressen, kinderboerderijen etc.: het is aan te raden het verkeer van konijnen te minimaliseren, tenzij er een goede quarantaine-voorziening aanwezig is. Ieder nieuw konijn kan immers een risico inhouden. Zie verder hieronder.
VOOR OPVANGORGANISATIES VAN KONIJNEN:
Indien uw opvang een quarantaineafdeling heeft die gescheiden is van de adoptieafdelingen, dan kunt u nieuwe konijnen blijven opvangen. Let op het volgende:
Isoleer elk nieuw konijn dat binnen komt en zorg ervoor dat dieren geen direct contact met elkaar kunnen hebben via tralies e.d.
Wanneer u konijnen vaccineert tegen RHD1/RHD2: houdt het konijn vanaf binnenkomst geheel gescheiden tot zeven dagen na de enting, waarbij deze nieuwe dieren dagelijks goed in de gaten gehouden moeten worden: bij vermoeden van ziekte (vooral ademhalingsproblemen) moet u een dierenarts meteen om hulp vragen. Wanneer u geen vaccinatie toepast wordt geadviseerd de konijnen ten minste veertien dagen gescheiden te houden van andere dieren.
Als het voor uw opvang niet mogelijk is om nieuwe dieren van de opvangdieren te isoleren gedurende de geadviseerde termijn, neem dan geen nieuwe dieren aan, maar verwijs naar een opvang met een goede quarantaineafdeling. Stel uw gemeente daarvan op de hoogte!