Sterilisatie kattin
Waarom steriliseren? Niet gesteriliseerde kattinnen worden krols vanaf de geslachtsrijpheid (meestal tussen 5 en 7 maanden). Tijdens deze krolsheidperiode zijn ze vruchtbaar en vertonen ze een specifiek gedrag: klaaglijk miauwen, lichaamshouding met omhooggestoken achterhand, trappelen met de poten, verminderde eetlust, rollen, ...
De krolsheid duurt ongeveer 10 dagen en herhaalt zich om de 2 weken als de poes niet gedekt wordt. Als er een dekking plaatsvindt treedt er automatisch een eisprong op (katten zijn, net als konijnen, muizen en ratten, reflexovulatoren), waardoor dracht bijna gegarandeerd is.
Na sterilisatie wordt de kat niet mrer krols, zodat het vervelende paringsgedrag niet meer optreedt en de kans op ongewendste nestjes wegvalt. Bij sterilisatie op jonge leeftijd vermindert de kans op het ontwikkelen van kwaadaardige melkkliergezwellen. Ook de kans op suikerziekte is bij gesteriliseerde katten sterk verlaagd.
Krolse kattinnen trekken katers aan via de productie van feromonen en het typische paringsgedrag. Deze katers zorgen op hun beurt voor overlast door geurmarkeringen, gevechten met rivaliserende katers, nachtelijke liefdescocerten, enz.
Als er een dekking plaatsvindt, bestaat er een reële kans op besmetting door geslachtelijk overgedragen ziekten zoals leucose (FeLV) en kattenaids (FIV).
Een niet gesteriliseerde kattin kan gemakkelijk 3 keer per jaar een nestje van 3 tot 5 kittens voortbrengen. D.w.z. gemiddeld 12 kittens per jaar. Als hiervan 50% kattinnen zijn , zullen deze op hun beurt na 1,5 jaar ook ieder 12 kittens hebben geproduceerd. Met andere woorden: na 1,5 jaar heeft een kattin al 84 nakomelingen [12 + (12 x 12/2)] = 84. Dit cijfer kent een exponentieel verloop zodat een kat tijdens haar leven voor duizenden nakomelingen kan zorgen! Door uw kat te laten steriliseren draagt u in grote mate bij tot de beperking van het overaanbod aan kittens en het zwerfkattenprobleem.
Nadelen van sterilisatie. Na sterilisatie verandert de stofwisseling van het dier waardoor de aanzet van vetten wordt gestimuleerd. Gesteriliseerde dieren hebben 10 tot 20% minder energie nodig. Daarom is het belangrijk dat u een gesteriliseerd dier minder eten geeft of overschakelt op een voeding, geschikt voor gesteriliseerde dieren.
Verder dient u het natuurlijke voedingspatroon van de kat te respecteren: kleine hoeveelheden voer verspreid over verschillende en veranderende plekken in huis (dus niet 1 volle etensbak), voldoende water in grote drinkschalen of langzaam stromend water (dus geen klein diep waterbakje).
Wanneer steriliseren? De beste periode voor sterilisatie is vóór het begin van de geslachtsrijpheid; dus rond de 4 maand leeftijd. Sterilisatie kan eventueel ook op jongere leeftijd.
Hoe gebeurt het? Sterilisatie is een chirurgische ingreep onder volledig verdoving. U dient hiervoor een afspraak te maken en de kattin nuchter binnen te brengen. Na een klinisch onderzoek wordt de kat verdoofd (inclusief pijnstiller). De onderbuik wordt geschoren en ontsmet. In de operatiekamer worden via een kleine insnede de beide eierstokken (ovaria) verwijderd. De insnede in de buikwand en de huid worden gehecht. De kat blijft in observatie tot de verdoving uitgewerkt is. Na controle op nabloeding mag ze naar huis (gemiddeld na 1/2 dag).
De sterilisatie procedure omvat:
Na een 10-tal dagen wordt er een controle van de genezing gedaan met verwijderen van de hechtingen. Deze nacontrole is gratis.
De krolsheid duurt ongeveer 10 dagen en herhaalt zich om de 2 weken als de poes niet gedekt wordt. Als er een dekking plaatsvindt treedt er automatisch een eisprong op (katten zijn, net als konijnen, muizen en ratten, reflexovulatoren), waardoor dracht bijna gegarandeerd is.
Na sterilisatie wordt de kat niet mrer krols, zodat het vervelende paringsgedrag niet meer optreedt en de kans op ongewendste nestjes wegvalt. Bij sterilisatie op jonge leeftijd vermindert de kans op het ontwikkelen van kwaadaardige melkkliergezwellen. Ook de kans op suikerziekte is bij gesteriliseerde katten sterk verlaagd.
Krolse kattinnen trekken katers aan via de productie van feromonen en het typische paringsgedrag. Deze katers zorgen op hun beurt voor overlast door geurmarkeringen, gevechten met rivaliserende katers, nachtelijke liefdescocerten, enz.
Als er een dekking plaatsvindt, bestaat er een reële kans op besmetting door geslachtelijk overgedragen ziekten zoals leucose (FeLV) en kattenaids (FIV).
Een niet gesteriliseerde kattin kan gemakkelijk 3 keer per jaar een nestje van 3 tot 5 kittens voortbrengen. D.w.z. gemiddeld 12 kittens per jaar. Als hiervan 50% kattinnen zijn , zullen deze op hun beurt na 1,5 jaar ook ieder 12 kittens hebben geproduceerd. Met andere woorden: na 1,5 jaar heeft een kattin al 84 nakomelingen [12 + (12 x 12/2)] = 84. Dit cijfer kent een exponentieel verloop zodat een kat tijdens haar leven voor duizenden nakomelingen kan zorgen! Door uw kat te laten steriliseren draagt u in grote mate bij tot de beperking van het overaanbod aan kittens en het zwerfkattenprobleem.
Nadelen van sterilisatie. Na sterilisatie verandert de stofwisseling van het dier waardoor de aanzet van vetten wordt gestimuleerd. Gesteriliseerde dieren hebben 10 tot 20% minder energie nodig. Daarom is het belangrijk dat u een gesteriliseerd dier minder eten geeft of overschakelt op een voeding, geschikt voor gesteriliseerde dieren.
Verder dient u het natuurlijke voedingspatroon van de kat te respecteren: kleine hoeveelheden voer verspreid over verschillende en veranderende plekken in huis (dus niet 1 volle etensbak), voldoende water in grote drinkschalen of langzaam stromend water (dus geen klein diep waterbakje).
Wanneer steriliseren? De beste periode voor sterilisatie is vóór het begin van de geslachtsrijpheid; dus rond de 4 maand leeftijd. Sterilisatie kan eventueel ook op jongere leeftijd.
Hoe gebeurt het? Sterilisatie is een chirurgische ingreep onder volledig verdoving. U dient hiervoor een afspraak te maken en de kattin nuchter binnen te brengen. Na een klinisch onderzoek wordt de kat verdoofd (inclusief pijnstiller). De onderbuik wordt geschoren en ontsmet. In de operatiekamer worden via een kleine insnede de beide eierstokken (ovaria) verwijderd. De insnede in de buikwand en de huid worden gehecht. De kat blijft in observatie tot de verdoving uitgewerkt is. Na controle op nabloeding mag ze naar huis (gemiddeld na 1/2 dag).
De sterilisatie procedure omvat:
- klinisch onderzoek
- anesthesie
- pijnstiller
- operatie
- gebruikte materialen (steriele handschoenen, mondmasker en muts)
- 1/2 dag hospitalisatie
Na een 10-tal dagen wordt er een controle van de genezing gedaan met verwijderen van de hechtingen. Deze nacontrole is gratis.